Ik begrijp gesproken taal even goed en soms zelfs beter dan mijn leeftijdsgenoten. Ik heb geen extra uitleg nodig.

Ik begrijp minder dan mijn leeftijdsgenoten.
Bv: Ik heb nood aan korte en duidelijke zinnen zonder moeilijke woorden.

Ik begrijp slechts enkele woorden of zelfs helemaal geen gesproken taal.
Bv: Ik communiceer vooral via lichaamstaal of geluiden.

Ik kan de vakantie mee in elkaar steken en een deel van de verantwoordelijkheid ervoor dragen.
Bv: Ik kan in overleg met de andere deelnemers bepalen wat we gaan doen, informatie over een museum opzoeken...

Iemand moet het programma voor mij maken dat in grote lijnen afgestemd is op mijn noden en voorkeuren.
Bv: Ik vind het leuk dat er af en toe keuzeactiviteiten zijn op vakantie en zal me ook perfect amuseren tijdens andere activiteiten.

Ik heb nood aan een programma dat volledig op mij is afgestemd, op basis van mijn noden, voorkeuren en interesses.
Bv: Ik krijg het erg moeilijk als ik dingen moet doen die ik niet leuk vind, ik heb snel last van rumoer en heb dus aangepaste activiteiten nodig.

Ik heb geen nood aan begeleiding. Ik kan op vakantie gaan in een formule waar we allemaal dezelfde rol opnemen, met of zonder beperking.
Bv: Samen met de andere deelnemers bepalen we het restaurant, waar en wanneer we halt houden...

Ik heb nood aan begeleiders die toezicht op me houden en me sturen doorheen de hele dag.
Bv: Begeleiders moeten ervoor zorgen dat ik volledig klaar ben als we op uitstap gaan, dat ik betrokken ben bij de activiteiten...

Ik heb nood aan persoonlijke begeleiding, sterke sturing en toezicht doorheen de hele dag.
Bv: Groepsactiviteiten zijn moeilijk voor mij, ik heb iemand nodig die mij individueel helpt bij een activiteit of spel.

Ik moet enkel de grote lijnen weten van wat we gaan doen en heb er geen probleem mee dat er activiteiten nog niet gekend zijn of wisselen van dag.
Bv: Ik weet graag dat er een museumbezoek is en als ik weet dat dit op het einde van de vakantie komt, is dat voldoende.

Ik wil een duidelijk beeld van wat me te wachten staat, liefst volgens een vaststaande structuur. Ik hou er niet van als hiervan wordt afgeweken.
Bv: Bij het ontbijt weet ik graag dat er nadien een buitenactiviteit volgt in groep, dat we in de namiddag gaan zwemmen...

Ik wil een zeer duidelijk beeld van wat me precies te wachten staat. Ik kan er niet mee om als hiervan wordt afgeweken.
Bv: Ik hou van steeds terugkerende rituelen; ik heb graag een zeer concrete en duidelijke planning: ontbijt in de eetzaal, toneeltje in het theater...

Ik kan veel zelf, maar heb hulp nodig bij sommige activiteiten uit het dagelijks leven.
Bv: Met mijn eetarm eet ik zelfstandig maar bij het aan- en uitkleden heb ik hulp nodig.

Ik heb veel hulp nodig bij alle activiteiten uit het dagelijks leven.
Bv: Ik heb iemand nodig om me eten te geven, me te wassen en aan te kleden.

Ik kan me alleen verplaatsen. Uitzonderlijk heb ik een hulpmiddel nodig en/of moet het tempo aangepast worden.
Bv: Ik kan me voor kortere afstanden alleen bewegen, maar als we gaan wandelen in de stad, heb ik een rolstoel of hulpmiddel nodig.

Ik heb het merendeel van de tijd nood aan hulpmiddelen, maar ik kan me, eventueel met hulp en steun, ook alleen verplaatsen.
Bv: Ik zit in een rolstoel, maar met een looprekje kan ik enkele passen zetten en met steun kan ik een trap op geraken.

Ik heb altijd nood aan hulpmiddelen om me te verplaatsen.
Bv: Ik zit altijd in een rolstoel en ik kan geen trappen doen.

Ik heb nood aan voldoende afwisseling tussen actieve en rustige momenten. In de dagplanning houden begeleiders hier rekening mee. Ik kan wel wat indrukken verwerken op een dag, maar ontprikkelende activiteiten vind ik wel aangenaam.

Ik vind het fijn dat activiteiten aangepast worden aan mijn eigen tempo. De begeleider kan inspelen op mijn nood aan meer of minder prikkels. Activiteiten waarbij ik even kan ontprikkelen worden regelmatig aangeboden.